Zomerzon


Ik zou in de wei willen liggen,
midden in het malse gras.
En willen ruiken aan
de zacht blauwe korenbloemen,
die bezaait met fijne dauwdruppeltjes,
schitterend in het licht als
wijn in een kristallen glas.
Ik zou willen dat de zon
mijn rug verwarmde,
en dat er zwaluwen vlogen
door een helderblauwe lucht.
Dat de winterkou in mij
door de zon werd verdreven,
en haar warmte zich nestelt
diep van binnen.
Ja, zó zou mijn zomer
moeten beginnen.
Dat alleen het bedenken
van zo'n mooi gevoel kan schenken
is toch ongekend.
Vreemd dat dit alleen
voorbehouden is aan ons 'mensen',
die juist vaak door ons
'denken' worden gekrent.
Maar lukt het je ieder straaltje zon
te zien als warmte,
en iedere bloem als
een wonder der natuur.
Dan voel je het ook;
de zon omarmt je,
en houdt je gedachten puur.


B. maarse